“We willen andersom denken: de natuur centraal stellen en daaromheen bouwen.”
Voor het ontwerp van Typisch Tuinstad hebben Marc Reniers (M3H Architecten) en Fred Booy (DS Landschapsarchitecten) de handen ineengeslagen. Het duo neemt je mee in het ontwerpproces en vertelt over de plannen voor de woningblokken en binnentuinen.
Hoe is het ontwerp voor Typisch Tuinstad ontstaan?
Fred Booy (FB): “Toen wij voor het eerst met het hele team gingen kijken op de plek waar Typisch Tuinstad komt, zagen we een groen vlekje in een hele stenige omgeving. Het voelde tegenstrijdig om dat vlekje dan vervolgens ook nog te verstenen. Dus we zijn gaan denken: hoe kunnen we hier nieuwe woningen maken, maar ook natuur teruggeven aan de buurt?”
Marc Reniers (MR): “We hadden meteen veel ideeën voor deze plek. Tegelijkertijd zijn er vanuit de gemeente allerlei randvoorwaarden voor de woningen: aantallen, soorten, groottes. Dit was een complexe puzzel. Maar uiteindelijk zijn we tot een ontwerp gekomen dat onderscheidend is op verschillende vlakken zoals de rol van de binnentuin, de flexibiliteit van de woningen en hoe het ontwerp landt in de omgeving.”
In hoeverre zijn de Westelijke Tuinsteden een inspiratie geweest voor het ontwerp?
FB: “De oorspronkelijke gedachte achter de Westelijke Tuinsteden is dat het een plek is waar je thuis bent en waar je je in het groen waant. Typisch Tuinstad is een vertaling van die mooie gedachte naar deze tijd. De positie van het gebouw is ideaal: je hebt er ochtend- en avondzon. Je hebt een tuintje waar je heerlijk kunt zitten met een kop koffie, terwijl je een praatje maakt met de buren. Alle ingrediënten zijn er om de Tuinstadgedachte te laten slagen, er zijn alleen nog mensen nodig die het omarmen.”
Hoe sluit het ontwerp voor de woningblokken aan op de omgeving?
MR: “Bijzonder aan onze plek is dat we op een scharnierpunt zitten: tussen oud en nieuw in. Met dit ontwerp proberen we een brug te slaan. In stedenbouwkundig opzicht sluiten we aan op de nieuwe bouwblokken in de omgeving. Daar voegen we de groene kwaliteiten van de oorspronkelijke Westelijke Tuinsteden aan toe. Het materiaalgebruik en de compositie van de gevel zijn geïnspireerd op zowel nieuw als oud.”
De binnentuin wordt vaak genoemd, wat kunnen we daarvan verwachten?
FB: “We hebben de tuinen natuurinclusief ontworpen. De ene tuin is gericht op ‘doen’: hier komt een moestuin en een kas. De andere tuin is gericht op ‘zijn’: hier kun je genieten van de natuur. De binnentuinen zijn door een passage met elkaar verbonden en nodigen uit om van het ene gebouw naar het andere te wandelen.”
MR: “Bovendien is het bijzonder dat onder beide binnentuinen een parkeergarage verborgen ligt. Hierdoor ontstaat er een glooiende heuvel. Op de heuvels komen allerlei mooie planten en paadjes, waardoor de tuinen er heel bewegelijk en organisch uit gaan zien.”
Wat houdt een natuurinclusief ontwerp in?
FB: “Wij willen andersom denken: de natuur centraal stellen en daaromheen bouwen. Typisch Tuinstad moet een plek worden voor zowel mens als dier. In de binnentuinen komen veel planten en bloemen die vanzelf diertjes aantrekken. Je zit hier midden in de stad, maar de natuur is erg dichtbij. Een vlinder fladdert dus al snel de binnentuin in. Op de gevel komen voorzieningen voor klimplanten.”
En wat kunnen we verwachten van de woningen?
MR: “In totaal maken we 190 heel verschillende woningen, omdat niet iedereen dezelfde woonwensen heeft. Een deel van de woningen bieden we casco aan: de constructie en extra verdiepingshoogte maken veel verschillende plattegronden mogelijk. En ook als het straks helemaal gebouwd is, kun je je woning nog heel makkelijk aanpassen. Wil je een extra slaapkamer? Dan bouw je een binnenwandje, trek je de elektriciteit door, hang je een lampje op en dan ben je klaar.”
Hoe is er in het plan rekening gehouden met duurzaamheid?
MR: “We maken gebruik van materialen die heel lang meegaan: beton, baksteen en hout. Dat en de bovengenoemde flexibiliteit maken Typisch Tuinstad onder andere duurzaam. We besteden ook veel aandacht aan details, zoals een mooie hoofdentree. Als bewoners iets dierbaar vinden, zorgen ze er beter voor en gaat het langer mee. Dan is er ook nog het technische verhaal: er komt goede isolatie, we sluiten aan op stadsverwarming, we installeren zoveel mogelijk zonnepanelen en maken groene daken.”
FB: “Een ander aspect van duurzaamheid is dat je hier ook in toekomst fijn moet kunnen wonen. Ons ontwerp is dan ook klimaatadaptief. Er gaat bijvoorbeeld steeds meer regen vallen, in grotere clusters en met veel pieken. Daarom zorgen we ervoor dat het water op veel plekken kan wegzakken en komt er ook zichtbaar water in de tuin in de vorm van een vijvertje.”
Waar zijn jullie het meest trots op?
MR: “Typisch Tuinstad is niet zomaar een optelsom van een heleboel leuke ideeën. Het is een heel geïntegreerd, inclusief en gelaagd plan. Over alles is heel goed nagedacht: de puzzel klopt.”
FB: “Ik hoop dat we hier een plek creëren waar Amsterdammers, met name ook jonge gezinnen, terecht kunnen. Een plek waar je elkaar op straat gedag zegt, een bakkie doet bij de buren, en waar je je prettig voelt.”